The Small Planted Tank

Rode planten

Wat altijd een sterke aandachtstrekker is in een scape dat zijn rood gekleurde planten. Maar een rood gekleurde plant krijg je niet via de standaard manier. Daar zijn wat strategiën op gevonden om dat voor elkaar te krijgen.
Je moet je ten 1e niet blindstaren op alle mooi gekleurde afbeelding op internet: of er hangt een TL boven in een rood spectrum erboven waardoor de illusie word gewekt dat de plant knalrood is, of de plant word kunstmatig geaccentueerd met bijvoorbeeld een rode spot, of de afbeelding is kunstmatig bewerkt via de computer.
Er zijn zo'n 30 verschillende rood of roodgetinte aquariumplanten te verkrijgen en de allerroodste plant is de Rotala Singapore. Niet de indica of de rotundifolia, deze worden oranje, roze of lichtrood.
De onbewerkte foto hieronder is een Rotala Blood Red (Singapore) uit mijn eigen scape.

Rode kleuren zijn het resultaat van een verscheidenheid aan pigmenten, Caroteen, wat geen Fe bevat. Maar de productie van deze pigmenten vereist wel de juiste hoeveelheden ijzer, net zoals PO4 en andere soorten voedingsstoffen. En die juiste hoeveelheden wil niet zeggen méér Fe...

(http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1751-1097.1999.tb01944.x/pdf)
Rode planten, hoe?

waarom verbranden roodharige mensen in de zon altijd sneller dan mensen met donker haar? Het heeft alles te maken met pigment en de reactie op teveel licht.


Het bio-technische verhaal
Er bestaan manieren om rode planten intenser te laten kleuren en de bepalende factor is de lichtintensiteit. Bij sommige soorten kan je die rode kleur extra forceren om hierbij een nitraatbeperking aan te bieden. Maar helaas,  niet alle rode planten reageren hier goed op en dat heeft alles te maken met:

Genetische capaciteit: Niet alle soorten hebben even sterke of dezelfde biosynthese‑routes voor anthocyanen of carotenoïden.

anthocyanen en carotenoïden:
Rode aquariumplanten danken hun kleur aan speciale stoffen in hun bladeren. De twee belangrijkste zijn anthocyanen en carotenoïden. Ze hebben allebei een andere taak,  maar samen zorgen ze voor die prachtige rode tinten. Anthocyanen zijn de kleurstoffen die planten rood, paars of soms roodpaars maken. Ze werken als een soort zonnebril: ze filteren fel licht zodat de plant niet beschadigd raakt. Daarnaast helpen ze de plant om zich te beschermen tegen stress, bijvoorbeeld als er weinig stikstof in het water zit.

Carotenoïden
Carotenoïden geven planten een oranje tot roodachtige gloed. Hun belangrijkste taak is bescherming tegen teveel licht: ze vangen overtollige energie op en voorkomen dat
de plant schade oploopt. Ze werken ook als antioxidanten, wat betekent dat ze de plant helpen omgaan met stress door zuurstofreacties.

Fysiologische strategie: Sommige planten verminderen actief chlorofylproductie bij een stikstoftekort (waardoor rood zichtbaar wordt), andere behouden de chlorofyl en compenseren dit met fotoprotectieve mechanismen zoals NPQ en carotenoïden in plaats van anthocyaan‑accumulatie

Eisen aan microvoeding en CO2: sommige plantentonen vaak sterke roodheid alleen bij veel licht, stabiele CO2 en voldoende ijzer/kalium; nitraatbeperking alleen is bij deze soort  onvoldoende om de biochemie naar rood te verschuiven.

Goed. Als we een stapje verder gaan in de werking eerst iets over ROS en NPQ
wat is het verschil tussen ROS en NPQ

Reactive Oxygen Species (ROS)
Wat het is:
Moleculen zoals superoxide, waterstofperoxide en hydroxylradicalen ontstaan als bijproducten van fotosynthese, vooral bij overmatige lichtabsorptie in chloroplasten. ROS zijn schadelijk: ze veroorzaken oxidatieve stress en kunnen eiwitten, lipiden en DNA beschadigen.
Tegelijkertijd dienen ze als signaalmoleculen die stressreacties activeren (zoals pigmentproductie, antioxidanten).

Non-Photochemical Quenching (NPQ)
Wat het is:
Een fotoprotectief mechanisme in planten waarbij overtollige lichtenergie (die niet gebruikt kan worden voor fotosynthese) wordt afgevoerd als warmte. NPQ vindt plaats in de antennecomplexen van fotosysteem II. NPQ voorkomt dat teveel energie leidt tot ROS-vorming. Het beschermt het fotosynthese-apparaat tegen fotoinhibitie (beschadiging door teveel licht).

Rol van ROS en fotobescherming:
Wanneer NPQ en andere directe energie-afvoermechanismen ontoereikend zijn, stijgt ROS‑vorming. ROS fungeren als signaal om antioxidatieve en pigmentroutes (zoals anthocyanen) te activeren. Soorten die snel anthocyanen produceren gebruiken die zowel als lichtfilter als antioxidant; soorten die dat niet doen vertrouwen meer op carotenoïden/NPQ of structurele aanpassingen.

Sommige soorten aquariumplanten reageren op nitraatbeperking door minder chlorofyl te maken en beschikbare koolstof naar rode pigmenten (anthocyanen/carotenoïden)  te sturen, terwijl andere soorten hun roodheid vooral reguleren via licht, CO2 en micronutriënten (bijv. ijzer).
Dit verschil komt door soort‑specifieke biochemie, genregulatie en energiebalans Bij nitraatbeperking daalt de capaciteit van de plant om nieuw chlorofyl en eiwitten te synthetiseren. Daardoor wordt het bladgroen relatief minder dominant en komt de onderliggende of nieuw gesynthetiseerde rode pigmentatie sterker naar voren. Daarnaast kan een lage stikstof toestand de plant dwingen haar koolstof‑/stikstofbudget
anders te verdelen: overtollige koolstof (van fotosynthese) wordt dan gebruikt voor secundaire metabolieten zoals anthocyanen, die fotobescherming en antioxidatieve  functies hebben.
Over welke soorten rode planten hebben we het?

Soorten met een sterke genetische/enzymatische basis voor bladstructuur en pigmentatie vereisen andere factoren (licht, CO2, ijzer) om rood te tonen.  Nitraatbeperking alleen is meestal onvoldoende. Dat zijn o.a. Alternanthera soortjes, Ludwigia repens / Ludwigia super red en breedbladige Rotala soorten.

Soorten die snel rood kleuren bij stikstofbeperking (genetische/enzymatische aanleg) hebben een biochemie die relatief snel overschakelt naar fotoprotectieve en een carotenoïde/anthocyaan‑rijke samenstelling wanneer stikstof beperkt wordt, vooral in combinatie met veel licht en CO2.
Dat zijn o.a. Rotala rotundifolia en de varianten zoals Colorata, H’ra, Blood Red, Singapore, Goias. Maar ook soorten zaosl Hygrophila pinnatifida en Hygrophila araguaia en de Ludwigia arcurata kleuren vele malen intenser met een stikstof beperking.

En zijn ongetwijfeld meerdere soortjes die beter kleuren, maar de combinatie van factoren is cruciaal. Nitraatbeperking werkt meestal alleen als licht, CO2 en micro‑nutriënten (vooral ijzer  in de juist chelaat icm de pH van je water) op orde zijn; anders zie je weinig gewenste kleurverschuiving.

Lage NO3 in het water kan groei remmen wat een voordeel kan zijn als je veel licht gebruikt. Maar het risico is erg groot op algenproblemen of verzwakte planten. Een nitraatbeperking zonder een optimaal aanbod van voeding vanuit de bodem is dan ook essentieel om problemen te vermijden. M.a.w met een inerte bodem met her en der wat voedingscapsules ga je dit niet voor elkaar krijgen zonder veel tegenslag.

(http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1751-1097.1999.tb01944.x/pdf)

De meeste Fe toevoegingen zijn niet voldoende als ze onderdeel zijn van een standaard micro oplossing.  Dit omdat het ijzer nooit lang genoeg in de juiste vorm blijft om aangeboden te worden aan planten. Voor een normale bak is de dosering vaak prima, maar voor extra rode planten dus niet.
Daarom kies ik voor Fe wat word aangeboden als ferrogluconaat zoals Flourisch Iron of Ada Eca. Dit is veel makkelijker opneembaar voor de plant. Daarbij is het ook nog eens bron van extra koolstof. Ik gebruik in ieder geval geen producten waar ijzer is gechelateerd met DTPA.

Rode planten en belichting: optisch bedrog..?
De keuze van het merk/ uitvoering van je belichting is natuurlijk ook van doorslaggevende factor. Hieronder zie je een opstelling van 1 en dezelfde bak waar ze 4 verschillende belichting boven hebben gezet.
Je ziet dat de CQS (CQS is voor LED en CRI voor andere lichtbronnen) erg verschillend is. De ene bak heeft mooie rood gekleurde planten, maar weer geel gras. Bij de ander is het gras diepgroen en zijn de planten weer roodbruin, of oranjebruin. Het ligt dus aan het aangeboden Kelvin en/of spectrum wat de uiteindelijk CQS is van de belichting, en hoe wij dit dus waarnemen.
Je kunt dan wel zeggen bij de 3e afbeelding; mijn gras is zo geel en mijn rode planten zijn niet zo mooi rood: moet ik meer/ minder voeding toevoegen, hebben ze misschien tekorten? Of moet ik de lichtduur veranderen of de intensiteit, meer ijzer, minder NO3, meer CO2?
Maar misschien is er helemaal niets mis met je planten...

Als je er een andere lamp boven hangt zoals de afbeeldingen hieronder heb je ineens wel groen gras en een mooie rode keur. Van links naar rechts een 4tal led's uit het topsegment; ADA Solar RGB - ADA Aquasky - ADA Aquaskymoon en de Twinstar RGB


Ik ben Corné - Passioneel Aquascaper - Friskijker - Kennispartner - Crohntje - Shihan - Koffiezetter - Vleugje Zen - Verzameld geluk

Copyright © 2018-2024 Cornelius  - TSPT.nl   -   All Rights Reserved