De productie van deze pigmenten kost erg veel energie, dus het is niet vanzelfsprekend dat bladeren automatisch rood worden vanwege een specifieke factor. De plant moet een hele goede reden hebben om pigmenten te produceren om naar rood te verkleuren. De pigmenten ontwikkelen zich in reactie op stress als gevolg van overmatig licht, dat typisch een defect in het bladweefsel veroorzaakt, wat resulteert in de onbedoelde vorming van Reactive Oxygen Species (ROS) zoals waterstofperoxide.
Carotenoïden en andere eiwitten bestrijden de ROS door ofwel de golflengten van licht weer te geven die de stress kunnen veroorzaken of door de ROS te neutraliseren. In feite zijn de pigmenten anti-oxidanten. Daarom wordt beweerd dat het eten van rood fruit en groenten, zoals granaatappel, bosbessen, enzovoort, goed voor je is omdat er veel antioxidanten in zitten.
Er zijn dus verschillende redenen waarom rode planten rood kunnen worden en waarom planten waarvan verondersteld wordt dat ze rood zijn, niet rood worden, waaronder natuurlijk ook de genetica.
Zoals altijd moeten de bouwstenen van alle pigmenten en plantengezondheid in het algemeen beschikbaar worden gesteld.
Planten zonder Fe zijn bleek, ongeacht welke kleur ze eigenlijk zouden moeten hebben, maar het is niet nodig om meer ijzer te doseren voor een rode kleur dan voor groen... Belangrijker is de kwestie van de beschikbaarheid van ijzer als gevolg van slechte chelatie en het vermogen van de planten om het ijzer te absorberen. (zowel via het blad als via de wortel)
Fe +++ kan eenvoudig worden gereduceerd tot Fe ++ in de bak als de chelatie verloren is gegaan en dan wordt het afhankelijk van de pH minder oplosbaar in het substraat.
Verschillende planten hebben verschillende manieren in het absorberen van Fe zodra het niet langer beschikbaar is in de waterkolom en vaak is het nodig om een effectievere chelator te gebruiken om het ijzer in de waterkolom te houden en het gechelateerd te houden. Een hoge GH maakt het moeilijker om het ijzer en andere metalen gechelateerd te houden.
Slechte CO2, te weinig PO4 en slechte stroming/ verdeling van de voeding kan ook het gevolg zijn van het onvermogen van een plant om zijn kleuren uit te drukken, voornamelijk als gevolg van slechte gezondheid.
Maar het is ook een feit dat met minder licht planten vaak meer pigmenten produceren. Dus anders dan chlorofyl A of B, en zorgen ervoor dat er een betere en efficiëntere lichtopname mogelijk is, vooral bij stikstofbeperkende omstandigheden. Onder hoog licht is dit meer voor bescherming. Sommige planten zijn genetisch aangepast aan veel licht, zoals cactussen, of planten met bijvoorbeeld grijs blad. Maar de meeste waterplanten zijn planten met weinig lichtbehoefte. Dus als ze 'gebakken' worden met veel licht, maken ze verschillende pigmenten dan bij de lagere licht NO3 beperkende omstandigheden. Over het algemeen krijg je met een NO3 beperking blekere kleuren dan met andere methoden. Je kunt dit vaak zien in oudere ADA-tanks, Rotala's zijn dan vaak bleekroze, en niet knalrood. Dat word dan weer vaak gecompenseerd met andere belichting (CRI) om dat verschil visueel te compenseren.
Maar zoals met altijd zijn er meer wegen die naar het spreekwoordelijke Rome leiden.
Welke manier gebruik ik persoonlijk voor rode planten?
Door weinig nitraat in het water en toch iets meer ijzer. Maar dan wel in de vorm van gluconaat. Daarbij veel licht met een extra spectrum in het ver rode spectrum. Daarnaast een paar uur per dag een piek in de licht intensiteit. Ik zorg eerst voor een rijke bodem in de vorm van een aquasoil. Het voordeel is dat de meeste voedingsstoffen al opgeslagen zijn zodat ik veel minder aan het water hoef toe te voegen. En omdat ik zo'n soil heb moet ik daar wel de juiste verhouding voedingstoffen aan toevoegen.
Dus gebruik ik, in mijn geval, zelf 'op maat' gemaakte bemesting gebaseerd op een 'lean dose' bemesting. Deze is in vergelijking met de EI erg 'arm'. Zodoende krijg ik ook weinig NO3 in het water. Dat is voor de plant niet erg omdat hij deze kan onttrekken uit de bodem.